Think Python,
In Hfdstk 16 staat een oefening zoals onder.
Oefening 16.6 Schrijf een functie genaamd vermenigvuldig_tijd die een Tijd object en een getal ontvangt en een nieuw Tijd object teruggeeft dat het product bevat van de oorspronkelijke Tijd en het getal.
Gebruik daarna vermenigvuldig_tijd om een functie te schrijven die een Tijd object ontvangt, dat de aankomsttijd in een race voorstelt, en een getal, dat de afstand voorstelt; en een Tijd object teruggeeft, dat de gemiddelde snelheid voor moet stellen (tijd per km).
Tot zover TP.
In deze laatste regel staan dus aankomsttijd en de afstand en daar moet een gemiddelde snelheid uit worden berekend. Zo lees ik het tenminste. Verbeter me als ik het fout heb.
Maar om de gemiddelde snelheid te kunnen berekenen moeten er minstens 2 tijdstippen bekend zijn, of de totale tijdsduur van de race. En de afstand (getal) uiteraard. Dan krijg je km/uur of m/sec. (tijd per km is geen snelheid, maar een gemiddelde tijd per km, ofwel sec/km)
Het kortst is het op te lossen door het vermelden van een duur, i.p.v. een tijdstip.
Graag hulp in deze om het correct weer te kunnen geven. Bij voorbaat alvast dank.
Vr.groet, peter
Na enig peinzen bedacht dat de tijdmeting vanaf 0 zou kunnen beginnen, maar dan vervalt het aardigste stukje aan deze oefening, nl. het rekenen met het "60-tallig stelsel".