Even een klein stukje over SCSI:
101.4 SCSI. De afkorting SCSI staat voor Small Computer System Interface. Het is
een systeem waarbij er in de computer een uitbreidingskaart wordt gemonteerd.
Dit is de SCSI controller. Vervolgens kunnen er allerlei SCSI apparaten aan deze
controller worden gekoppeld. Dit gebeurd door middel van een lange kabel met
daarop een groot aantal aansluitingen voor SCSI apparaten. De meest voorkomende
typen apparaten zijn harddisks, CD-ROM spelers en scanners. Doordat al deze
apparaten de aansluitkabel met elkaar delen dienen ze op een of andere manier
een unieke code te krijgen. De SCSI heeft ook een eigen ID, veelal is dit ID 7.
De SCSI controller heeft vaak software aan boord (SCSI BIOS) voor de
communicatie met de apparaten. Een van de taken is van het SCSI BIOS is het
uitvoeren van een scan op de SCSI BUS naar de aangesloten apparaten. Dit gebeurt
bij het opstarten van het systeem en vaak meldt het systeem ook welke apparaten
(devices) hij heeft geïdentificeerd. Als er vanaf een SCSI harddisk moet worden
geboot dan dient deze harddisk altijd het
SCSI ID 0 (nul) te hebben. Het SCSI
<-----systeem is een voorbeeld van een bus-systeem.
Op deze bus sluit men apparaten aan en door hun onderlinge nummer kan er in de
communicatie geen verwarring ontstaan. Een van de zaken waar men bij een bus-
systeem op moet letten is het afsluiten van de kabel. Elke SCSI kabel, ongeacht
hoeveel apparaten er op zijn aangesloten, moet aan beide zijden zijn
getermineerd. Soms is dit al gemonteerd in de computer.
SCSI heeft een mapbestand in /proc/scsi. Daarin staan [SUSE] ook device_info
[informatie over drivers] en het bestand scsi [welke apparaten er aangesloten
zijn]. [In het boek spreken ze over scsi_info, proc/scsi en SCSI ID!!]
Van
www.linuxhoorn.nl/lpi-examen101_RenedB.pdf