Nieuwe gebruikers zullen in ieder geval wel bij Snap blijven want dat is nu eenmaal de weg die Canonical (en dat is natuurlijk ook hun goed recht) is ingeslagen.
Het is uiteindelijk de bedoeling dat de gebruiker gewoon niet merkt hoe de toepassing die ze draaien geïnstalleerd is, m.a.w. dat het voor hen in de praktijk niet uitmaakt hoe het pakket geïnstalleerd werd. In de praktijk blijven er nog wat probleempjes met die nieuwe formaten in vergelijking met .deb.
Snaps (ook IOT) en Flatpaks (werken niet met alle processoren) hebben beiden hun eigen voordelen/nadelen en ik ben er dan ook niet op voorhand tegen.
1) Ze verruimen alvast de mogelijkheden om meer programma's op een gemakkelijke en veilige manier te installeren. Pakketten die niet als .deb beschikbaar zijn, zijn dat soms wel als Snap of Flatpak. 2) Ze laten ook toe aan gebruikers van LTS Ubuntu uitgaven om op hun stabiele besturingssysteem op een gemakkelijke en veilige manier meer recente versies te installeren van standaardpakketten.
De .deb programma's zullen, denk ik , toch wel blijven bestaan want die liggen toch als basis van zowel Snaps als Flatpaks?
Die liggen niet aan de basis: die bestaan náást Snaps of Flatpaks.
Een programma wordt geschreven in code die de mens begrijpt. Die code wordt gecompileerd tot binaire bestanden naar code die de processor begrijpt, of wordt geïnterpreteerd tijdens het draaien van het programma - dan gaat de interpreter de programmacode omzetten naar binaire code tijdens de uitvoering.
Vooraleer een programma kan draaien, moet het geïnstalleerd worden: de programmabestanden moeten op de juiste plaatsen in het systeem staan. Daartoe wordt gebruik gemaakt van een pakketbeheerssysteem. Bij Ubuntu is dat APT. APT werkt met .deb bestanden. Die bestanden bevatten de programmabestanden en installatiescripts, die aan APT toelaten het programma op de juiste manier op het systeem te zetten, en ervoor te zorgen dat alle nodige programmabibliotheken aanwezig zijn of mee worden geïnstalleerd.
Andere distributies kunnen andere pakketsystemen hebben. Waar Debian en afgeleiden (Ubuntu, Mint, ...) APT hebben, hebben Fedora en Arch elk verschillende, niet compatibele systemen. Solus heeft ook zijn eigen systeem.
Die klassieke pakketsystemen zijn distributiespecifiek. Je kan een .rpm bestand op Fedora installeren, maar niet op Ubuntu. Omgekeerd voor een .deb. De "nieuwe" formaten zijn echter juist ontworpen om die wel op verschillende distributies te kunnen inzetten. Daarnaast zijn ze ook ontworpen om "veiliger" te zijn: ze draaien in een zandbox en kunnen niet zomaar aan alle systeembronnen.
Vanwege veelal de hogere snelheid van .deb programma's en het geven van minder problemen, geef ik hier nog steeds de voorkeur aan.
Eens het programma geladen en gestart is, is er géén snelheidsverschil tussen de verschillende formaten. Snaps hebben een beduidend langere koude opstarttijd, voor flatpaks duurt het theoretisch ook wat langer, maar eens de code in het geheugen zit, draait die op dezelfde manier, of het nu als .deb, snap of flatpak geïnstalleerd was.
Ik hoop voor de "Snap-mensen", dat de koude opstart snelheid van Firefox binnenkort korter zal worden. Daar zal Canonical wat prioriteiten aan moeten geven.
Blijkbaar is dit met de wijze waarop snap ontworpen is, niet zo gemakkelijk, want dit probleem kennen ze al langer en is nog niet verholpen geraakt!