De standaard waarde voor permissies bekom je met het commando " umask" . De eigenaar en groep worden intern geregistreerd als een nummer, de UID en GID. Dan hangt het af van het systeem welke gebruiker een bepaald nummer heeft. In Ubuntu is de eerste aangemaakte gebruiker 1000. Als jij de eerste gebruiker bent op jou systeem, dan heb je dezelfde UID als ikzelf. Als je op een externe schijf folders hebt van jou, dan is de eigenaar op jou systeem "poppie". Koppel ik diezelfde schijf aan op mijn systeem, dan zal ik tot mijn vreugde zien dat de eigenaar "vanadium" is.
Je moet goed nadenken wie onder welke omstandigheden toegang moet hebben tot welke data. Op basis daarvan stel je je permissies en eigenaarschap in.
Er is niet veel reden om vanuit een live sessie met je gegevens te werken. Een live sessie start je op voor installatie, of om het systeem te herstellen. Dan werk je als beheerder, en kan je overal bij.
Als je een goede reden hebt om uitwisselbaar vanuit je vaste omgeving en vanuit een live sessie te moeten werken, dan zal je je daarop moeten organiseren. De live sessie heeft niet veel flexibiliteit: dat is vluchtige sessie die enkel in het geheugen bestaat. In het commando " id" kan je zien welke de uid, gid en de login naam van de standaard gebruiker van de live sessie is. Die kan je niet veranderen, tenzij je jou eigen live ISO zou maken. Dan zou je een account moeten maken op je vaste omgeving met dezelfde uid, of minstens een groep hebben met dezelfde uid, en je daar lid van maken.