Je hebt 6 delen in een fstab lijn
1) Wát wil je mounten? Hier komt (naar keuze met sterke voorkeur voor UUID) de devicenaam, vb. /dev/sda1, de UUID (unieke partitie-identifier), vb. UUID="40C888F6C888EB8A", of het label van de partitie (vb. LABEL="download shit").
2) Wáár wil je mounten? Hier komt het koppelpunt, vb. /mnt/windows
3) Welk bestandssysteem betreft het? Voorbeeld: ext3, ext4, ntfs
4) Hier komen de opties. Er zijn vele opties mogelijk, en sommige zijn enkel voor spevifieke bestandssystemen. Zie "man mount" voor een gedetailleerde lijst. Hier vragen we:
- utf8: utf8 encodering voor vreemde tekens
- dmask=000; permissies voor directories op de ntfs schijf zullen 777 zijn, d.w.z. alle rechten open zowel voor "gebruiker", "groep" als "anderen". 022 zou al restrictiver zijn: enkel gebruiker zou kunnen schrijven, groep en anderen niet. 777 wil je niet, want dan kan niemand nog iets met de schijf doen.
-fmask=111; parmissies voor bestanden op de ntfs schijf zijn 666: lezen en schrijven voor iedereen, niet uitvoeren. Inderdaad, je zal geen programma's kunnen opstarten vanaf de ntfs schijf. Anderszijds zal je voor tekstbestanden niet de vervelende vraag krijgen "Tonen of Uitvoeren?"
5) Moet het volume "gedumpt" (= gebackupped) worden? vergeet dit: dit stamt uit de préhistorie.
6) Moet het volume gechecked worden? 0 = nee, 1 = jazeker, en in eerste prioriteit, 2 = jazeker, maar pas nadat de andere belangrijker schijven eerst zijn gechecked.