Met 16 GB moet je je geen zorgen maken en kan je de swappiness zelfs gerust op de standaardwaarde laten staan. In systemen met minder RAM is het verlagen van swappiness nuttig om je systeem tot op zekere hoogte sneller te laten *lijken*. De grafische interface zelf wordt dan immers wat langer in het geheugen gehouden, en blijft daardoor vlugger werken (moet niet uit SWAP worden teruggehaald). Dat gaat wel ten koste van de snelheid van andere operaties: bestanden worden minder gebufferd en sommige processen zullen daardoor meer tijd nodig hebben.
Dat sneller *lijken* is zeer relatief. Het werkt goed zolang je geheugen niet belast is. Met lage swappiness is er echter meer kans op een plotse, acute geheugennood. Opeens moet er dan op korte tijd heel wat weggeswapt worden, terwijl dat in een systeem met hogere swapiness al meer geleidelijk op voorhand is gebeurd.
Swappiness beïnvloedt niet noodzakelijk het aantal schrijfacties. Bij een lagere swappiness zullen schrijfacties naar Swap geheugen verminderen, maar zullen schrijfacties naar bestanden vermeerderen. Weerom, met 16 GB RAM (en zelfs al 8) voel je dat niet meer (behalve dan misschien bij gebruik van zeer veeleisende toepassingen). Mooi artikel met wat technische onderbouwing van hoe het echt werkt, hier:
https://www.howtogeek.com/449691/what-is-swapiness-on-linux-and-how-to-change-it/.
Nota: in dat artikel zie je ook dat swappiness=0 de swap niet uitschakelt. Enkel wordt het swappen dan uitgesteld tot kritische minima zijn bereikt. Om echt swappen uit te schakelen, schakel je het swap geheugen (swap bestand of partitie) uit.
Maar goed, dat zijn oude discussies

For the average desktop user with reasonably recent hardware? Leave it as it is.