Haha. Gewoon de hoorn op de haak gooien, joh.
Beter nog: houd een padvindersfluitje bij de hand, voor als die oplichters weer bellen. Ga dan zachter praten, zodat-ie het volume van z'n koptelefoon moet opdraaien om je te kunnen horen. En blaas dan keihard op het fluitje, vlakbij de microfoon.
Heb ik wel eens gedaan, toen zo'n oplichtersbende mij een paar keer belde. Hopelijk heeft die klojo er toen een gescheurd trommelvlies aan overgehouden.
Wat ook wel eens leuk is, als je je aan het vervelen bent als zo'n rotzak belt: houd 'm zo lang mogelijk aan de lijn. Vertel niet dat je Linux draait, en doe net alsof je niks snapt van z'n aanwijzingen. "Ik kan die instelling niet vinden", "dat staat niet in het menu", dat soort flauwekul. Erg vermakelijk, vooral wanneer je z'n ergernis en frustratie hoort toenemen.