Een ouderwets analoog signaal op een magneetband (wie heeft er nog zo'n mooie Revox recorder?) gaat snel achteruit vooral omdat onze oren dat zo goed kunnen horen. Voor digitale signalen speelt achteruitgang van de magnetisering nauwelijks meer een rol. Er moet heel wat gebeuren voordat een '1' niet meer wordt gezien als een ' 1' en een '0' als een '0'.
Daarenboven hebben digitale opslagsystemen in de regel foutcorrectie, waardoor data ofwel exact gelezen, ofwel níet gelezen kunnen worden. Op een computer kan je je immers meestal niet permiteren dat er één bytje fout is. AudioCD is een uitzondering: hier is de foutcorrectie als die er is zeer minimaal. Audiospelers hebben daar correctie voor om de ontbrekende data te interpoleren, op een computer zal je een klik horen als er een zekere hoeveelheid ontbrekende data zijn.
Doordat de gelezen digitale data telkens identiek zijn, blijft de volle kwaliteit van de video/audio behouden, hoeveel je dat ook afspeelt. Bij een analoog medium wordt het signaal steeds minder zuiver gereproduceerd naarmate het medium slijt, bijvoorbeeld naarmate de band rekt, wat vervormt, minder precies over de koppen gaat, magnetisme verliest ...