Bovendien is die "schoonmaak" niet (hard) nodig in een Linux systeem. Een linux systeem wordt niet gaandeweg trager, omdat configuratiebestanden van ieder programma volledig onafhankelijk van elkaar opgeslaan worden. In Windows worden configuratiegegevens centraal in slechts enkele bestanden opgeslagen. Gaandeweg worden die bestanden zeer groot, en beginnen veel ballast te bevatten, waardoor de werking van het systeem vertraagt. Als er dan ook eens een probleem met zo een bestand opduikt, ligt gans je systeem plat. Eén van de allerdomste ontwerpen van MS Windows, dit systeem van system.dat en user.dat.
"Schoonmaak" in linux houdt in dat je programma's die je niet meer wil, verwijdert via het software center.
In Linux ga je hoogstens enkele honderden megabytes aan ballast van vorige programma's overhouden. Dit is niets op een moderne harde schijf (ettelijke gigabytes). Zeker niet de moeite om tijd in te steken en de kans te lopen je systeem te beschadigen.
Met Linux kan je je tijd rustig helemaal spenderen aan je eigenlijke werk!