Je kunt eigenlijk veronderstellen dat de structuur van Linux grotendeels door C gevormd wordt.
Je zult dat ook terugvinden als je het geheel van de
man-pages bekijkt.
Er is een geheel hoofdstuk over C-functies zoals zij in Linux gedefineerd zijn en gerbruikt worden.
(kun je ook bekijken op
http://linux.die.net/man/ Section 2 en 3 )
Als je nu de functie van een bepaalde programma wilt nagaan zou je het eerst kijken welke headers en bibliotheken
er ingebonden worden of zijn. (de al genoemde
include's)
En dan nagaan wat zij inhouden en doen.
De andere aanpak, van eerst alle blokken te leren kennen en vanuit deze kennis een programma proberen te begrijpen
is volgens mij een dwaalweg, gewoon omdat er veel te veel van die "blokken" en functies zijn.
Dus liever vanuit de grote schaal verder naar de kleinere delen en functies kijken.
Dat past ook veel beter bij de manier van denken als je een beetje gestructureerd programmeert.
Je mag nooit vergeten dat een Linux
enkele milioenen regels C-code bevat.
Dat is gewoon niet vanuit het perspectief van de individuële functie te begrijpen.
Je moet gewoon in een grotere schaal denken.
Vriendelijke groet,
track