Voor Windows hoef je alleen een gebruikersnaam + wachtwoord te hebben wat op alle Windows systemen voor komt.
Comp. A: Pietjepuk, wachtwoord pietjepuk
Comp. B: Pietjepuk, wachtwoord pietjepuk
Simpel.
Voor Linuxsystemen onderling heb je dit ook nodig:
Comp. A: Pietjepuk, wachtwoord pietjepuk
Comp. B: Pietjepuk, wachtwoord pietjepuk
Ook simpel.
Nu wat moeilijker: Een hybride omgeving:
Voor Linux in een Windows omgeving moet je gebruik maken van Samba. Daar hoort bij het smbpasswd.
Comp. A (windows): Pietjepuk, wachtwoord pietjepuk
Comp. B: (linux) Pietjepuk, wachtwoord pietjepuk, smbpasswd pietjepuk
Iets minder simpel...
Samba zorgt ervoor dat je met een linuxsysteem een windowssysteem kunt benaderen en delen.
Hiervoor heb je nodig:
samba, smbpasswd en om een windowsshare te mounten aan een linuxsysteem smbfs.
Ten allen tijde dienen de gebruikers met de wachtwoorden op -ALLE- systemen identiek te zijn.
Een gebruiker maak je op een linuxsysteem aan met het commando:
useradd
En een wachtwoord wijzigen met het commando: passwd
(en het wachtwoord 2x invullen)
(Beide alleen als je root bent, of anders met sudo useradd en/of sudo passwd).
Sambawachtwoorden maak je aan door: smbpasswd -a (gebruikersnaam). Voorbeeld van pietjepuk:
smbpaswd -a pietjepuk (en als je niet als root werkt: sudo smbpasswd -a pietjepuk)
Daarop vul je het wachtwoord in.