U is de beleefdheidvorm. In een zeer vormelijk Nederlands moet je dat vervoegen met de DERDE persoon enkelvoud, niet de tweede zoals 'jij'. Dus: u heeft, u is, u kan, u zal. Minder vormelijk met de tweede persoon enkelvoud: u hebt, u bent, u kunt, u zult.
Voor artikels bepaalt de hoofdredacteur of hij zijn lezers formeel of informeel wil aanspreken. Tijdschriften gericht op particulieren en zeker als ze op de jeugd gericht zijn, zullen meestal kiezen voor een informele aanspreking en dus de 'jij'-vorm gebruiken. Tijdschriften gericht op bedrijven gebruiken vrijwel altijd de formele 'u'-vorm. De enige uitzondering die ik ken is
Computable dat zich tot het bedrijfsleven richt maar de informele 'jij'-vorm hanteert.
Voor jezelf is de juiste aanpak de 'jij'-vorm te gebruiken voor mensen die je kent en op hetzelfde niveau staan als jijzelf, en de 'u'-vorm voor onbekenden of hogergeplaatsten of als dat gebruikelijk is in een werkomgeving. De derde-persoons-'u'-vorm is dan niet gebruikelijk: die is voorbehouden voor de zéér vormelijke aansprekingen: bijvoorbeeld voor zeer hooggeplaatsten.