Ik denk dat een goede indeling er zo uitziet:
één partitie voor windows en windowsprogramma's (ntfs)
één root-partitie voor ubuntu (ext2 of ext3)
één swap-partitie voor ubuntu
één home-partitie voor ubuntu (et2 of ext3)
één data-partitie voor je gedeelde bestanden (ntfs)
Door de laatste partitie te formatteren als ntfs vermijd je wat pjotr hierboven schrijft: ipv windows te laten 'inbreken' in je ubuntu-partities, laat je ubuntu 'inbreken' in een windows-partitie. Technisch is het alle twee mogelijk, maar de tweede optie is veiliger.
Ik denk dat de 'échte ubuntero'
liever zijn bestanden in de home laat en een uitwisselingspartitie gebruikt om bestanden euh... uit te wisselen, maar ik vind het handiger als alles van beide besturingssystemen benaderbaar is, zonder dat ik eerst moet nadenken welke bestanden ik ga gebruiken de volgende keer dat ik in windows moet werken.
Edit: doorkruist door jouw reactie...
Als je "D:" een aparte partitie is, zal die gewoon herkend worden, als het een tweede harde schijf is, heb ik daar geen ervaring mee.
Wat bedoel je met geen aparte data-partitie omdat je backups maakt op een externe harde schijf?