Ik ben zelf ook nog maar pas aan het programmeren, maar ik zou je toch het volgende willen voorstellen :
Leer gewoon rustig de syntax van je programmeertaal aan ( begrijp de syntax ook, dat is heel belangrijk als je gaat programmeren en debuggen! ), en telkens als je een nieuw deel van de syntax van je programmeertaal hebt geleerd, verzin je een paar testprogramma's, waarvoor je deze nieuwe syntaxregels moet gebruiken. Je zult zien dat je na een tijdje redelijk vlot kunt programmeren en debuggen ( vooral dat eerste kan in het begin nog wat moeilijk zijn, want als je een beginner bent vergeet je nogal rap iets, zoals bijvoorbeeld een puntkomma na een class definitie (C++) )
Leer jezelf programmeren, je moet echt vertrouwen hebben in jezelf, en als je dat doet zul je het ook veel makkelijker hebben om daarna voor bijvoorbeeld een open bron software project te gaan programmeren, want in zo'n project moet jij weten of code goed is of niet.
Tip : als je in C++ gaat programmeren, heeft de g++ compiler al een ingebouwd hulpmiddel om de kwaliteit van de broncode te beoordelen.
Normaal compileer je zo een C++ programma met g++:
g++ test.cpp -o test.out
[Enter]
Voeg hier nu gewoon de opties -ansi, -Wall en -pedantic aan toe:
g++ test.cpp -ansi -Wall -pedantic -o test.out
[Enter]
En zie daar, heel waardevolle informatie over slordigheden in je programma ( in andere woorden, sommige handelingen die je in je programma doet mag je niet doen van de ANSI C++ standaard ), en als je hier niets ziet, is je broncode zeer net en gestandaardiseerd.