Inderdaad, Roeland, wat jij vermeldt is een heel veel voorkomende reden dat externe volumes niet automatisch aankoppelen in Ubuntu. Ook veraderlijk is: je hiberneert Windows met de USB nog in de computer.
Ik dacht echter niet aan dat probleem in dit geval hier, omwille van de foutmelding. In de dialoog waar ik naar verwees, kan je zogezegd een "mount point" opgeven. Nu kan je daar ingeven wat je wil, tot een volledige pathname toe, zonder dat je een foutmelding krijgt. Als je echter iets fout invult, dan merk je het pas als je het volume opnieuw koppelt, aan een foutmelding zoals gravy vermeldt.
In die dialoog mag je enkel een label invullen, mogelijk zelfs liefst zonder spaties. Ik raad aan die dialoog niet te gebruiken, maar in plaats een volumelabel te gebruiken, dat door Ubuntu automatisch wordt gebruikt om de gemounte schijf een naam te geven.
@Gijsbrecht: verwijderbare schijven worden inderdaad via een ander mechanisme gemount. Wat in fstab vermeld staat, wordt enkel gedurende de opstart van het systeem automatisch gemount (behoudens de noauto optie). Voor elk mounten op een ander tijdstip moet je zelf een commando geven. Dat je schijf toch mount, is niet omdat fstab "in actie" schiet, maar omdat de externe schijf via het andere mechanisme gemount wordt (via HAL, maar ik ken de details niet).
Vroeger was fstab het enige. Ook verwijderbare schijven kon je in fstab opnemen, typisch met de "noauto" optie zodat het systeem geen moeite zou doen bij opstart een schijf te mounten die niet noodzakelijk aangekoppeld was. Hierdoor bespaarde je typwerk: bij het mount commando hoefde je enkel nog de devicenaam of het mountpunt op te geven, al de rest vulde het systeem zelf in aan de hand van wat in fstab was vermeld.