Dat is in de praktijk niet nodig.
Enkele redenen om "op te schonen" kunnen zijn
* Schijfruimte: Je systeem zal met de tijd wat meer schijfruimte innemen: de cache van installatiebestanden groeit, programmaatjes die je geinstalleert hebt, staan daar terwijl je ze niet meer gebruikt, bij het verwijderen van programma's zijn niet alle afhankelijkheden verwijderd, ... Dit vertraagt je systeem niet, het gaat hier over een overhead in de grootteorde van amper een gigabyte: praktische relevantie: nul. Je hebt praktisch gesproken geen enkele redenen om je hier mee bezig te houden.
* Configuratiebestanden: bij het meest gebruikte competitieve besturingssysteem heb je alle configuratie in één (of een paar) bestanden. Gevolg: dat bestand groeit, er komen inconsistenties in het bestand, je systeem raakt vertraagt en slakachtig, het configuratiebestand kan zelfs corrupt raken waardoor gans je systeem breekt. Niets zo bij linux, waar configuratiebestanden in afzonderlijke bestanden opgeslagen worden.
* Virussen: op een windows systeem is de ganse wereld, inclusief virussen, vrij om in de systeembestanden te rommelen. Niet zo onder Linux, waar een virus uitdrukkelijk toelating moet krijgen van een gebruiker met administrator bevoegdheden.
* Fragmentatie: zlang een linux partitie niet aan het vollopen, is fragmentatie zeer beperkt en niet van praktische betekenis (m.a.w., het is niet van die aard je performantie aan te tasten).
Besluit: praktisch gesproken is opschonen van linux niet nodig.