Om de maximale werksnelheid van virtuele omgevingen te realiseren moet het virtualisatiesysteem in hypervisormodus werken. Als dat niet zo is, krijg je een gewone desktopapplicatie met nefaste gevolgen voor de prestaties.
Hypervisormodus vereist niet alleen een 64-bit processor maar ook virtualisatiecomponenten in die processor zelf. Opgelet dus: niet alle 64-bit processoren van Intel hebben die virtualisatiecomponenten aan boord. Dat is vooral nogal eens het geval bij processoren die bedoeld zijn voor net- of notebooks en voor alles-in-éénmoederborden voor budget-desktoppc's.
Als je processor de virtualisatiecomponenen ondersteunt, moeten ze ook nog aangezet worden in de BIOS-setup. Laat je dat na of biedt je BIOS die mogelijkheden niet, dan werkt het virtuele systeem weer als een gewone desktopapplicatie.
Dat VirtualBox bij jou meldt dat je een 32-bit cpu hebt terwijl je een 64-bit Linux draait, wijst erop dat de virtualisatiecomponenten in je BIOS niet aangeschakeld zijn of dat je BIOS die opties niet biedt.
Deze regels gelden overigens voor alle virtualisatiesystemen, dus ook VMWare, niet alleen voor VirtualBox.